Grauwe ganzen in vlucht

Grauwe ganzen in vlucht

zaterdag 16 september 2017

Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is.


De nacht viel.
Joris lag in bed en keek naar de maan.

In het gelige maanlicht zag hij de contouren van de grote Magnolia in de achtertuin. De bloesem stond al dagen prachtig in bloei. De bloemen straalden hem tegemoet. Toch klopte er iets niet. Er was iets vreemds aan de hand. In eerste instantie zag hij het niet maar opeens viel het hem op. Hij miste kleur! De tuin leek wel een zwartwit dia. Alleen de bloesem straalde mooi wit en had nog iets van kleur in zich.


Daar wilde hij meer van weten.
Hij opende het raam en keek naar buiten.
Twee koeien keken hem vanuit het vertrouwde polderlandschap tegemoet. 
De gele oormerken leken er wel vanaf te spatten. Maar verder miste alle kleur.

Hij begon nu toch wat in paniek te raken.
Hoe zou een wereld zijn zonder kleur?

Of zou er iets met zijn ogen zijn?
Alsof er een zwart wit camera in zijn ogen geplaatst was.

Overal waar hij kwam was het beeld hetzelfde. Fifty shades of grey met slechts sporadisch wat kleur, alsof het vergeten was om uit te gummen.

Ook in de bergen was alles zwart wit geworden.

Opeens stond er een meisje tegenover hem. Ze keek niet naar hem, maar sprak op rustige toon;
een mooie dag begint met een mooie gedachte.


En na een korte stilte vervolgde ze; 
Ga op zoek naar de oude wijze kraai.
Hij woont aan zee.

Joris voelde zichzelf opgenomen en vloog.

Langs bossen, rivieren, heuvels, totdat hij bij de duinen en zee aan kwam.
Daar vond hij zoals het meisje gezegd had de kraai.

De vogel keek hem indringend aan. Maar Joris had vooral aandacht voor het gekleurde stukje zand op zijn snavel. 

Plotsklaps vloog de kraai op en ging aan zee zitten.





Na enige tijd over het water gestaard te hebben, zei de kraai:

Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is.

(en toen werd hij wakker)